Heel wat Amerikaanse bedrijven hebben in de afgelopen dagen hun kwartaalcijfers bekendgemaakt en Caterpillar was één van hen. Dit bedrijf moest met het schaamrood op de kaken toegeven dat de verkopen nu al 49 maanden op rij zijn gedaald. Inderdaad, het is nu al iets meer dan 4 jaar dat deze machinebouwer maand op maand met lagere verkopen vrede moest nemen.
Caterpillar ziet nog altijd geen signalen die op een sterke economie wijzen en dat is een indicatie dat er toch wel ergens iets grondig fout loopt. Want traditioneel geldt dat ‘the Cat’ als een betrouwbare economische barometer. Wanneer er veel zware machines worden verkocht doet de economie het goed en vice versa. Maar tot op de dag van vandaag is er geen enkel teken dat er verbetering mag worden verwacht.
Trump Infrastructure Projects, zoals het programma van Donald Trump nu al wordt genoemd, zal daar niets aan kunnen verhelpen. Het belangrijkste probleem waar Caterpillar mee wordt geconfronteerd is dat China niet elke maand meer een nieuwe stad bouwt. Daardoor is de supercyclus in de grondstoffensector achter de rug en is de vraag naar bulldozers, graafmachines en andere zware machinerie voor de ontginning van metalen en steenkool afgenomen.
Trump Infrastructure Projects lijkt een godsgeschenk voor Caterpillar, maar is dat geenszins. De financiële slagkracht van de Verenigde Staten is namelijk sterk afgenomen. Sinds 2008 zijn de overheidsschulden gestegen van 8000 tot 20.000 miljard dollar. Een dergelijk hoge schuldengraad kan niet anders omschreven worden als een olifant in de kamer, een reusachtig beest dat alles en iedereen zal verpletteren. Tegen die achtergrond ziet de toekomst van Caterpillar er allesbehalve goed uit. Want wanneer de schuldenbom barst, zal ook ‘the Cat’ de dans niet kunnen ontspringen.
